Home
/
Dutch
/
Staten Vertaling
/
Web
/
1 Samuël
1 Samuël 26.25
25.
Toen zeide Saul tot David: Gezegend zijt gij, mijn zoon David; gij zult het ja gewisselijk doen, en gij zult ook gewisselijk de overhand hebben. Toen ging David op zijn weg, en Saul keerde weder naar zijn plaats.